Onverwacht bied ik de school een enorme meerwaarde
“Mijn hele leven was ik voortdurend bezig met anderen. Thuis hoefde mijn man maar een kik te geven, of ik bracht hem zijn pantoffels, of zijn biertje, of wat hij ook maar van me wilde. Mijn man was niet de enige voor wie ik steeds aan het zorgen was. Ook op de school waar ik werk, hadden ze een hele goeie aan mij. De school kwam altijd op de eerste plaats en ik hield rekening met alles en iedereen.
Als ik op mijn werk bijvoorbeeld een beslissing moest nemen, dan probeerde ik iedereen te ontzien. Ik kon er een hele avond druk mee zijn om er steeds weer strikjes omheen te binden. Als ik dan uiteindelijk de knoop had doorgehakt, dan bleef ik alsmaar twijfelen en ging ik nog eens bij mezelf verifiëren of ik het wel goed had gedaan. Bleek de kleur van de strikjes verkeerd te zijn.
Ja, je bent een perfectionist of je bent het niet! En ik ben er één van de bovenste plank, waardoor ik dagenlang chagrijnig kon zijn omdat ik mij innerlijk zat te kwellen met het gevoel dat ik het beter had kunnen doen of zelfs dacht dat ik het fout had gedaan. Natuurlijk raakte ik daardoor geïrriteerd, maar dat mocht niemand merken. Dan zouden anderen wel eens vervelend kunnen vinden. Dus hield ik mijn gezicht in de plooi, ik glimlachte mijn ongenoegen weg. Vaak bezorgde mij dat veel onrust.
Zelf op de eerste plaats, ook in het werk
Als je die pose aanneemt, moet je natuurlijk altijd opletten of je je gezicht wel goed in de plooi houdt. Die controle ging mij best aardig af, dacht ik, tot er op een ochtend bij Instituut Orshof iets vreemds met mij gebeurde. We waren in de oefenzaal aan het spelen als kinderen – duwen en trekken aan elkaar, met kussens slaan, heel speels. Als je plezier hebt in het spel, kun je niet tegelijkertijd je gezicht in die plooi houden. Al spelend heb ik alle mogelijke gezichten getrokken en heel wat spanning losgelaten. Dat inzicht was voor mij een kantelmoment.
Ik leerde opnieuw mijn lichaam voelen, iets wat ik al vanaf mijn kindertijd was verleerd. Dat voelde goed. Wat je voelt is helemaal oké. Het is het gevoel van dat moment, gewoon, realistisch zoals het is. Op die ochtend leerde ik accepteren dat daar niets mis mee is. En dat daarmee die hele denkwereld van voorgestructureerde verplichtingen en grote verwachtingen als een pudding in elkaar zakt. Als je je lijf begint te voelen, dan kun je niet anders dan al die vooropgezette ideeën in je kop te laten gaan. Al dat moeten, al die bedenksels… ze worden ineens onderuit gehaald.
Door dat voelen kom je meer bij je zelf. Dat is zo bevrijdend dat heel die dwangmatige wereld inzakt. Zo ontstaat een bevrijdende eenvoud. Op slag was ik nummer 1 in mijn leven. In de realiteit van het hier en nu leer je respecteren dat het is zoals het is. En dat je het voelt zoals je het voelt. En daarmee uit.
Ik heb ontdekt dat het wel goed komt met anderen – zolang ik maar in de eerste plaats voor mijzelf zorg. Dat bevalt mij stukken beter en ik pieker ook niet meer zo veel. Nu stap ik gemakkelijker op de betreffende persoon af en zeg wat ik te zeggen heb. Dan luister ik naar het antwoord van de ander, met alle respect. En dan kijken we met z’n tweeën waar we elkaar kunnen vinden. Zo ontstaan leuke gesprekken, waarin ik zeg hoe het voor mij voelt en wat het voor mij betekent. Direct, open en gelijkwaardig.
Orshof Methodiek op school
Heel bijzonder is dat ik alles wat ik bij Ivo heb geleerd ook in mijn werk kan toepassen. Dat doe ik dus. Daarmee breng ik de Orshof Methodiek op school. In gesprekken met ouders is mijn benadering nu bijvoorbeeld anders dan vroeger. Ik zie een kind echt als een kind en een ouder als een ouder. Ieder in zijn eigen eigenheid, niets meer en niets minder. Dit onderscheid en deze waardering voor kind èn ouder is iets wezenlijks dat in onze maatschappij te weinig aan bod komt. Vaak kijken ouders – en ook leerkrachten – neer op het kind. Dat leidt bij kinderen steeds weer tot hardnekkig verzet.
Als ik praat met ouders van ‘moeilijke’ kinderen probeer ik ruimte te scheppen voor het kind. En dat werkt. Dat onderscheid maakt ook beter zichtbaar dat het kind dikwijls weerspiegelt wat er bewust of onbewust bij de ouders leeft. Het zijn de ouders zelf die het moeilijk hebben.
Er was een jongen die absoluut niet met zijn moeder wilde praten. Moeder en zoon kwamen samen bij mij en de moeder voerde meteen het hoogste woord. Ik vroeg haar even niets te zeggen. En tegen de jongen zei ik: vertel me eens waarom je niet met moeder wilt praten. Toen kwam het eruit: zijn moeder had hem geslagen en aan zijn haar getrokken in het bijzijn van zijn vriendjes. Als kind voelde hij zich zo afgewezen en vernederd dat hij volledig blokkeerde. Hij voelde zich verstoten. Weken, maanden werd hij geplaagd, omdat hij zijn moeder niet kon vergeven. Toen zij z’n verhaal hoorde, begon zijn moeder te huilen. Zelf had ze het nooit aan haar zoon gevraagd.
Staan waar de klappen vallen
Als begeleider van leerlingen was ik vaak betrokken bij conflicten. Mijn kantoor zat eens helemaal vol. Het leek wel oorlog tussen docenten en leerlingen en stond ik er middenin als scheidsrechter. Zoals een kind dat bij conflicten thuis geneigd is om tussen vader en moeder in te gaan staan om de strijdende ouders uit elkaar te houden. En om voor beide partijen te zorgen.
Op Instituut Orshof heb ik kunnen ervaren hoe ongelukkig het is om steeds weer tussen hamer en aambeeld te gaan staan.
Toen ik in een familieopstelling mijn vader en moeder en mijzelf uitzette, zag ik tot mijn verwondering dat ik mijzelf tussen beiden in had geplaatst. Door de grote bemiddelaar te spelen had ik mij in de familie weer eens in een onhoudbare positie geplaatst. Ik ging boven mijzelf staan, op een plek waar ik de klappen incasseerde, alsof het de verantwoordelijkheid van een kind is om conflicten tussen beide ouders op te lossen. Inmiddels weet ik beter wie ik ben en waar mijn plaats is. In elk geval niet tussen mijn ouders. Lekker loopt dat nu.
Naar een nieuwe baan
Intussen ben ik afdelingsleider op een andere school. In de opleiding die ik hiervoor volgde, moest ik bij het onderdeel ‘Persoonlijk Leiderschap’ komen tot een leerwens. Ik wilde graag ’mijzelf de ruimte geven om fouten te maken’. Fantastisch! Het was schitterend dat ik hiervoor klaar was! Dat heb ik bereikt door mijn eigen inzet en motivatie. De basis om mijzelf op de voorgrond te plaatsen en open te staan voor al mijn competenties en incompetenties, is gelegd op Instituut Orshof.
Onlangs moest ik op school mijn persoonlijke ‘mission statement’ presenteren, waarin ik vastleg waarvoor ik sta als afdelingsleider in mijn persoonlijk leiderschap.
‘Mijn uitgangspunt is het kind, wat wil het, wat kan het, wat het nodig heeft om met voldoende zelfvertrouwen te werken aan zijn eigen ontwikkeling en daardoor te worden wie het zelf wil zijn. Mijn missie is om docenten vanuit hun intrinsieke motivatie in beweging te krijgen om in deze behoefte te willen voorzien.’
Ik eindigde mijn mission statement met deze woorden van Deepak Chopra:
De ziel van leiderschap
Door naar binnen te kijken is ieder mens
in staat tot grootheid op te klimmen
Ik dank Ivo dat hij mij op een zo bij mij passende manier heeft geholpen om beter voor mijzelf te zorgen.”