Ongewild geworden zoals mijn vader
“Mijn werk biedt mij de kans om mij uit te leven. Daar kom ik tot mijn recht en word ik gewaardeerd. Daar kan ik mijn ei kwijt. Maar in mijn privéleven wil het al jaren niet echt vlotten. Ik begin steeds meer op mijn vader te lijken, en dat is precies wat ik niet wil.
Net als mijn vader ben ik enig kind. Mijn moeder had wel liever twintig kinderen willen hebben, maar het is er bij één gebleven. Al op jonge leeftijd verloor zij haar eigen moeder. Door dat vroege verlies en doordat ze al haar liefde op slechts bij één kind kwijt kon, ontstond een beklemmende overbezorgdheid. Een verstikkende liefde.
Mijn vader, nu 77, groeide op in een arbeidersmilieu waaraan hij zich op eigen kracht heeft ontworsteld. Ik ken hem als een contactarme man. Hij heeft een muur om zich opgetrokken, waardoor hij zijn gevoel moeilijk kwijt kan. Dat maakt hem eenzaam. Hij lijkt vriendelijk tegen iedereen, maar tegen mijn moeder is hij vaak grof, plat en agressief. Hij toont weinig respect. Dat mijn moeder altijd zo gek op mij was, heeft hem waarschijnlijk ook jaloers gemaakt. Zijn jaloezie is versterkt doordat ik makkelijk leerde en naar de universiteit kon. Hoewel wij veel te weinig contact hadden, ben ik hem daarvoor dankbaar.
Wegvluchten in een bunker
Als ik terugkijk, ben ik eigenlijk mijn leven lang op de vlucht geweest. Toen ik op mijn achttiende kon gaan studeren, ben ik letterlijk het huis uit gevlucht. Kerst en Oud en Nieuw heb ik daarna nooit meer thuis gevierd. Ik ben steeds op de vlucht gebleven. Weg van mijzelf, weg van mijn ouders, weg van iedereen. Altijd en overal droeg ik een zware last met mij mee, waar ik niets mee kon. De fles leek vaak verzachting te bieden, ook al vind ik mezelf geen echte alcoholist.
Waarom zijn mijn ouders nog bij elkaar? Ze kunnen simpelweg niet zonder elkaar leven. Als verslaafden zitten zij samen in een verstikkende relatie. Mijn moeder heeft aandacht nodig, ook als dat negatieve aandacht is. De manier waarop zij met elkaar omgingen, vond ik vreselijk om aan te zien.
Ik heb veel conflicten met ze gehad en ze pijn gedaan – zij mij ook. Na een ruzie hebben we elkaar zes jaar niet gezien. Mijn moeder belandde in een psychiatrische inrichting en mijn vader kreeg een hartaanval en een aantal herseninfarcten. Ik kreeg medelijden en besloot ze te helpen. Maar de afstandelijkheid bleef.
Ik raakte steeds meer teleurgesteld in mijzelf. Ik doorzag duidelijk dat ik dezelfde weg ging als mijn vader. Ook ik was bezig met het bouwen van een bunker om me heen. Zelfs binnen mijn huwelijk leefde ik meer en meer in afzondering, als een kluizenaar, net als hij. Ik ontdekte bovendien dat ik een flinke dosis agressiviteit in mij had. Dat uitte zich wel eens tegen mijn vrouw. Net als vader. Volkomen onterecht natuurlijk.
Thuis in de natuur van Botswana
De echte omslag kwam vorig jaar. Met een groepje mannen en een gids heb ik toen een voettocht gemaakt door de Okavango Delta in Botswana. Dat is een van weinige overgebleven oerwildernissen in de wereld. Er komen geen auto’s en er is nog nooit gejaagd op wilde dieren. We wandelden dagelijks urenlang tussen de olifanten, giraffen en waterbuffels en sliepen in kleine tentjes naast de krokodillen, terwijl de nijlpaarden langs liepen. Het vreemde was dat ik me voor het eerst in mijn leven helemaal thuis voelde. Ik voelde de kracht van de natuur en voelde me één met de natuur. Ik wist zeker dat ik mijn leven anders wilde gaan leiden, en had daar ook de kracht voor.
Een vriend die aan dezelfde voettocht deelnam, raadde mij aan om naar Ivo Van Orshoven te gaan. Toen ik uit Afrika kwam, ben ik in Ivo’s eerste boek begonnen. Ik heb het in één ruk uitgelezen. Dat is te snel, want wat hij schrijft moet je goed op je laten inwerken. Net als Ivo heb ik niet zoveel vertrouwen in de medische wetenschap en door wat ik las viel van alles op zijn plek. Ik ben nu bezig zijn boek nog eens te lezen. Steeds haal ik er nieuwe dingen uit.
Liever samen op cursus
Na ‘Afrika’ heb ik hem meteen gebeld. Tijdens de intake wist hij me meteen te raken. Dat voelde goed. Zo begon met een zesdaagse basiscursus bij Instituut Orshof de reis van mijn leven. Al op de eerste dag heb ik mijn vraag neergelegd. Ik wilde mijn muur afbreken, mijn agressiviteit kwijt en mijn patronen doorzien. Daarna is alles snel gaan rollen.
Eigenlijk had ik naar de cursus willen komen met mijn vrouw, maar zij wilde liever dat ik eerst mijn eigen proces zou doorlopen om daarna te kijken waar we samen staan. Die beslissing respecteerde ik. Maar als je samen naar Instituut Orshof komt, werkt dat krachtiger. Je maakt hetzelfde mee, je leert kijken, begrijpen en doorzien. Thuis kun je alles nog eens bespreken. Bij mij ging alles zo snel dat de trein al reed voordat ik er erg in had. Ik zag al gauw in dat ik het zorgsyndroom van mijn moeder heb overgenomen en vaak op mijn vrouw projecteer. Dat is geen goede basis voor een man/vrouw-relatie.
Bevrijding door een constellatie
Een van de eerste dagen bij Instituut Orshof heb ik een familieconstellatie opgesteld. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Natuurlijk ken ik mijn eigen situatie al te goed, maar door even terug te treden en het gedrag van mijzelf en van mijn ouders observeren ging er een wereld voor mij open.
Voor het eerst in 30 jaar kwamen toen bij mij tranen naar boven. Huilen, wat ik nooit kon door die muur om mij heen, ging nu ineens wel. Aan het eind van de constellatie zei Ivo tegen mij: “Kijk je vader aan en zeg tegen hem: ‘Ik ben jouw zoon, jij bent mijn vader. Niets minder en niets meer. Jij hebt mij het leven gegeven en daar ben ik je eeuwig dankbaar voor. Vanaf nu kies ik voor mijn eigen leven en laat ik los wat niet van mij is”. Dat gaf ogenblikkelijk bevrijding. Op dat moment voelde ik dat die muur van mijn vader was, en niet van mij. Het klinkt misschien erg simpel, maar het was zo bevrijdend om die last los te laten.
Nummer 2 in het gezin
Er was in de constellatie nog iets anders dat bijzonder bevrijdend werkte. Ik weet dat er voor mij een broertje is geweest, Maarten. Hij is dood geboren. Daar ben ik pas laat achter gekomen. Mijn ouders hebben nooit iets over hem verteld. In de constellatie nam iemand de plaats in van mijn overleden broertje. Daardoor heb ik het inzicht gekregen dat mijn ouders hun eerste kindje ontzettend hebben gemist. En dat ik als nummer 1 in het gezin ben geplaatst, terwijl dat feitelijk niet klopt. Want ik ben nummer 2. Maar nummer 1 was er niet meer, dus schoof ik een plaats op. Ik besefte opeens hoe ik mijn broertje mis en altijd heb gemist. In de opstelling heb ik op de grond naast hem gezeten en het was ontzettend fijn om ‘mijn broer’, die ik nooit heb gekend, in mijn armen te houden. Eindelijk kon ik de juiste plaats binnen mijn familie innemen. Een diepe, mooie ervaring.
Ik voel nu dat ik met meer liefde naar mezelf kan kijken en dat ik anders met mensen omga. Zo’n muur, die in tientallen jaren is opgetrokken, is niet in een paar weken afgebroken. Er vallen wel gaten in en dat werkt al bevrijdend.
Natuurlijk zijn er ook valkuilen. Als er veel stress is op mijn werk, ga ik vaak te lang door. Zegt mijn vrouw dan iets ‘verkeerds’, dan kan het oude zeer weer even de kop opsteken. Dan sluit ik mijzelf weer af. Of dan ben ik weer boos. Daarom ben ik blij om op Instituut Orshof terug te komen. In oefeningen probeer ik daar mijn opgekropte agressie te voelen en te uiten, zodat er innerlijk wat gaat stromen en ik mijn onderdrukte emoties kan ontladen. Ik krijg steeds meer inzicht in alles wat ik verdring, in mijn ‘moordkuil’.
Genieten van het kind in mij
Op een keer kwam Ivo tijdens een oefening bij mij en legde zijn hoofd op mijn borst. Plotseling brak er bij mij een huilbui los, een jankbui vanuit mijn tenen. Toen realiseerde ik mij pas goed hoeveel geborgenheid ik vroeger heb gemist. Nog vol van emoties ging ik even later naar het toilet. Daar kwam een liedje in me op, dat ik 15 jaar niet had gehoord: Where have you been my blue eyed son, where have you been my darling young one. Het was een welkomstliedje voor mij. Ik leer bij Instituut Orshof te genieten van het kind in mijzelf. Ik leer ook dat ik liefde kan hebben voor dat kind in mij en dat ik in de eerste plaats goed voor mijzelf moet zorgen. ‘Bemin uw naaste als uzelf’, zegt de Bijbel. Voorwaarde is wel dat je jezelf moet liefhebben, anders kun je niet van een ander houden. Daar werk ik aan.
Mijn ouders hadden altijd ruzie toen ik klein was. Ik kan mij herinneren dat ik al op heel jonge leeftijd boven ze moest staan. Op mijn zesde was ik al een echte mediator. Dan nam ik mijn moeder bij de hand: ‘Kom mama, wij gaan een halfuur wandelen. En als we terugkomen, is de ruzie over.’ Of ik nam mijn vader mee.”
Werken aan eigen bevrijding
Doordat ik al vroeg in die ‘volwassen‘, zorgende rol zat, heb ik een groot deel van mijn kind-zijn gemist. Op mijn zeventiende had ik een baard en zag ik eruit als een wijze heer. Iedereen kon bij mij terecht met zijn klachten, iedereen kwam zijn hebben en houen bij mij spuien, en ik gaf wijze raad. Maar zelf kon ik niets kwijt. Nú hoef ik niet meer de problemen van anderen op mijn schouders te nemen. Die zijn immers niet van mij. Ik kan persoonlijke dingen van mijn vrouw ook beter bij haar laten. Natuurlijk ben ik er wel om haar ondersteuning, liefde en warmte te geven.
Het gaat met mij de goede kant op, dat voel ik. Ik heb Afrika gehad, ik ben nu bij Instituut Orshof. Ik voel dat ik goed werk aan mijn eigen bevrijding. Ik leer accepteren waar ik vandaan kom, wie mijn ouders zijn, en loslaten wat niet van mij is. Daar kan ik mee verder. Ik voel mij rustiger, mijn agressie neemt af. Daar moet ik wel de tijd voor nemen en dat doe ik ook.
Mijn muur begint steeds meer op de achtergrond te raken. Als hij er opeens weer wel is, dan probeer ik hem maar even in mijn armen te sluiten en in mijn hart, en van hem te houden. Want hij is een deel van mijn overleven. Dat is een vorm van acceptatie. Zolang ik die muur maar zie, en weet dat hij invloed heeft op mij en mijn naasten. Het proces waar ik in zit, gaat met golven. Ik zoek nog een betere balans. Het is heerlijk om mee te maken dat je op een golf omhoog zit. Mijn grootste valkuil is dat ik ongeduldig ben en te snel resultaat wil zien. Maar je kunt het niet afdwingen.
Ben ik dan altijd ongelukkig geweest? Nee, ik had alleen te weinig aandacht voor mijzelf. Ik kan ook ontzettend genieten, maar ik heb mijzelf lang veronachtzaamd. Als er meer gevoel en liefde door mijn lijf stroomt, kan ik ook makkelijker iets voor een ander betekenen.
De wijsheid zit in mij
Andere therapieën werkten niet bij mij. Ik kan niet precies aangeven wat er mis mee was, ze werkten gewoon niet. Ik heb een diepe bewondering voor wat Ivo heeft opgebouwd, voor zijn wijsheid en de manier waarop hij mensen op het goede spoor zet. Hij neemt nooit de rol van de ander over, maar laat ieder zelf werken aan zijn eigen genezing. Hij is altijd alert.
Ivo biedt je de ruimte om zelf aan de slag te gaan in een veilige omgeving. Een belangrijk stukje van zijn filosofie is Kill the Buddha. Veel mensen verheerlijken de ander en minimaliseren zichzelf. Ze plaatsen zichzelf als een arme schooier voor een grote Buddha en projecteren al hun kwaliteiten op die Buddha. ‘Leer naar binnen kijken’, zegt Ivo. ‘Want alles zit in je binnenste. Zoek de Buddha in jezelf, want jij bent die Buddha. En gooi al die grote beelden buiten jou maar gerust van hun sokkel.’ Er zijn veel mensen die denken de wijsheid in pacht te hebben. Maar Ivo zegt: de wijsheid ben jij. Jij moet zelf gaan zoeken en ik help je onderweg door je te leren passende kaders neer te zetten.
Inmiddels zijn we een jaar verder. Ik ben door diepe dalen gegaan om een flink stuk te kunnen groeien. Ik kijk nu met respect naar mijn ouders en dank ze oprecht dat ze mij het leven hebben geschonken. De relatie tussen mij en mijn vrouw is flink verbeterd. Ik ben niet meer teruggegaan naar Instituut Orshof. Maar ik weet dat ik er in moeilijke tijden altijd terecht kan.”